Vertalingen go down EN>NL
to go down | omlaaggaan (ww.) ; naar beneden dalen (ww.) ; naar beneden gaan (ww.) ; naar beneden komen (ww.) ; naar beneden lopen (ww.) ; neerdalen (ww.) ; neergaan (ww.) ; neerkomen (ww.) ; omlaag gaan (ww.) ; minder worden (ww.) ; omlaagkomen (ww.) ; slinken (ww.) ; teruggaan (ww.) ; teruggrijpen (ww.) ; verkleinen (ww.) ; verminderen (ww.) ; zakken (ww.) ; landen (ww.) ; krimpen (ww.) ; inkrimpen (ww.) ; dateren (ww.) ; afnemen (ww.) ; afdalen (ww.) |
go down | afslaan ; zinken ; wij dalen af ; wegzakken ; verzakken ; teruglopen ; ondergaan ; dalen ; beneden ; afvaren |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Diving dictionary
Voorbeeldzinnen met `go down`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: come downEN: fall downEN: move downEN: slide downEN: tumble down